Het duurt niet lang meer. De bloesem van de Japanse kers staat op springen.
De boom roept zoveel herinneringen bij mij op. Automatisch denk ik terug aan de boom van onze oude buren in het vorige huis. Ieder jaar knipte de buurvrouw een tak voor mij af en die zette ik dan in een vaas voor het raam. Bij de eerste de beste storm vlogen de roze blaadjes als vallende sneeuw over ons groene stukje gras.
Onze lieve oude buren zijn na een mooi lang leven vlak na elkaar gestorven. Niet lang daarna besloot de gemeente onze straat te vergroenen. Ze plantten om de tien meter een Japanse kersenboom langs de rand van de stoep. Het was puur toeval maar het leek wel een eerbetoon aan de allerliefste buren van de straat.
Nu zitten we sinds enkele maanden in een nieuwe huis. Het voelt nog niet vertrouwd maar gelukkig is hij daar weer: in onze voortuin staat een grote oude Japanse kersenboom. Nu ik dit zit te schrijven aan mijn bureau op de eerste verdieping kijk ik recht in de kruin van de boom. Wat ben ik dankbaar dat de vorige bewoners deze boom wél hebben laten staan. Bij de overdracht vertelden ze ons vol trots hoeveel bomen ze over de jaren heen hadden gekapt. Ik kromp ineen bij de gedachte.
Vorige week sprak ik onze nieuwe buurvrouw. Blijkbaar waren de vorige bewoners wel degelijk van plan geweest om ook deze mooie boom te kappen. “Dat kun je niet maken!”, had de buurvrouw wanhopig geroepen. “Deze boom hoort bij de straat!”
Het verbaast mij niet dat de Japanse kersenbloesem symbool staat voor het leven met al zijn ups en downs. In het Japans wordt de magische korte periode waarin de bomen bloeien Sakura genoemd. De bloemen wijzen ons erop hoe kort en kostbaar het leven is.